Onderzoek kan op grote of kleinere schaal plaatsvinden. Hoe werkt het op het Jan Arentsz?
Hieke Post en Sam Kuipers zijn binnen het Jan Arentsz werkzaam als onderzoekscoördinator. Deze rol bestaat nog niet zo lang, dus daar willen we natuurlijk graag meer van weten!
Over Sam Kuipers
Als stagiair en één van de vaste leden van de Onderwijs Ontwikkel Groep (OOG) is Sam zeker geen onbekende op het Jan Arentsz. Inmiddels heeft hij zijn studie met succes afgerond. Sam heeft ontzettend veel werk gedaan om het Jan Arentsz verder te helpen, dus is hij gevraagd om Hieke Post te vervangen tijdens haar zwangerschapsverlof in de rol van onderzoekscoördinator. Ook blijft hij één dag per week bij de OOG.
Hoe is hij in het onderwijs terecht gekomen?
Na zijn middelbare school koos Sam voor de studie culturele antropologie. Hoewel hij dit een hele interessante richting vond, koos hij toch voor een andere: onderwijswetenschappen.
“Ik vond antropologie heel leuk, maar ik vond het nóg boeiender om mijn opgedane kennis op andere gebieden toe te passen. De studie onderwijswetenschappen is erg gericht op de beleidskant en kwantitatief onderzoek, terwijl ik er met mijn achtergrond met een heel ander perspectief naar kon kijken. Dat sprak mij erg aan en ik heb altijd veel affiniteit gehad met onderwijs.”
De deuren van het Jan Arentsz openden zich voor hem toen hij een stageplek zocht op een school. Sam wilde juist tussen de mensen zitten om te zien wat er allemaal gebeurt. Hij kwam in contact met Emke Dragt en toen was het, om zijn woorden te gebruiken, zo gefixt.
Over Hieke Post
Hieke herkent veel dingen in het verhaal van Sam. Ze is 13 jaar geleden begonnen als docent op het Jan Arentsz. Na het afronden van haar bachelor tweedegraads docent wiskunde wilde ze heel graag doorstuderen en breder kijken dan het vak.
“Op basis van die ambitie ben ik pedagogische wetenschappen gaan studeren in Leiden. Daar heb ik eerst een pre-master gedaan en vervolgens onderwijswetenschappen gestudeerd”, aldus Hieke.
Naast docent wiskunde op het vmbo is Hieke binnen de school ook gegroeid in de rol van rekencoördinator. “Iets wat ik ontzettend leuk vond en waar ik ook altijd veel ruimte voor heb gekregen op het Jan Arentsz. Als je hier echt iets graag wilt is er veel mogelijk”, vertelt ze enthousiast.
Maar ze doet meer. Vanaf het begin begeleidt Hieke stagiaires en studenten op het Jan Arentsz. Eerst alleen voltijd studenten, vervolgens ook studerende collega’s en nieuwe collega’s. “Ik werd schoolopleider, wat betekende dat ik minder les ging geven en meer tijd ging besteden aan het begeleiden, maar ook aan beleid maken en plannen schrijven.”
De functie van onderzoekscoördinator past dan ook als een jas. Ze legt uit waarom.
“Ik ben bekend met veel zaken, omdat ik hier al heel wat jaren werk en in het opleidingsteam zit waardoor ik met alle vestigingen te maken heb. Ik ben veel met onderwijsontwikkeling en onderzoek bezig geweest op het vmbo. Op een gegeven moment wisten studenten en studerende collega’s mij te vinden in de school. Ik hielp ze met het opzetten van onderzoek, schrijven van een scriptie, data-analyse enzovoorts. Kortom, het was voor mij een hele logische stap.”
Auctoraat maakt onderzoek zichtbaar in de school. Hoe gaat dat in z’n werk?
Samen met Atlas College en SVOK (Stichting voor Voortgezet Onderwijs Kennemerland) vormt Jan Arentsz een auctoraat. Elk bestuur heeft een eigen onderzoekscoördinator, die namens het bestuur in gesprek is, de auctor met de juiste mensen verbindt en de onderzoeksagenda maakt. Dit jaar zijn Hieke en Sam aan de slag gegaan met de plannen op het gebied van onderzoek voor de komende drie tot vier jaar. De grove opzet van de onderzoeksagenda is er al.
Een andere belangrijke rol is het eigen onderzoek zichtbaar maken voor de school. Hieke: “Iedere docent is elke les bezig met onderzoek, het hoeft niet altijd groot te zijn met veel data. Elke keer probeer je dingen uit om je lessen beter te maken. Soms werkt het, een andere keer niet. Je bent als docent dus elke dag bezig met onderzoek voor je eigen praktijk. Het stimuleren van de bewustwording daarvan, dat is een belangrijke taak voor mij.”
Ze benadrukt dat dit twee kanten op werkt. “Als iets goed werkt deel je die informatie met anderen, zodat zij er ook iets aan kunnen hebben. Ook als je zelf een hulpvraag hebt, want dan kun je die bijvoorbeeld stellen in de personeelskamer. Indirect gebeurt dat wel, maar we kunnen het nog veel verder brengen. We hebben een groot aantal collega’s met onderzoekservaring in huis en dat is heel waardevol.”
Naast het onderzoek dat studenten uitvoeren voor hun eigen studie, doen ze ook specifiek iets voor het Jan Arentsz.
Hieke: “Het onderwerp mogen ze zelf bedenken. Bijvoorbeeld hoe de werkpleinen op het vmbo zijn ontstaan of hoe leerlingen de overstap naar het VMC ervaren. We geven ze nu de opdracht om met twee collega’s in de personeelskamer te gaan praten over dit onderwerp. We organiseren een middag waarop ze hun bevindingen aan elkaar presenteren. Op deze manier zien dat ze dat de school meer is dan de vestiging waar ze stage lopen.”
Daarnaast zijn er ook studerende collega’s en ervaringsexperts. Ook daar kan meer bekendheid aan worden gegeven vindt Hieke: “We willen voor het weekbericht een rubriek starten waarin we collega’s interviewen: onderzoeker van de maand. Thieme Braat onderzoekt op dit moment bijvoorbeeld autonomie in de wiskundeles. Een onderwerp dat voor alle vestigingen interessant is, maar dan moeten collega’s er wel vanaf weten. Door hier meer bekendheid aan te geven hopen we dat mensen elkaar sneller op gaan zoeken.”
Samenwerking essentieel
Een nauwe samenwerking met de teamleiders en OOG mag daarin niet ontbreken. In de vestigingsplannen wordt omschreven hoe de teams zich willen ontwikkelen. Hierin is ook een belangrijke rol voor de onderzoekscoördinator weggelegd. “Ook dat wil je analyseren en evalueren. Hoe komt onderzoek in deze plannen terug? En binnen het team? De OOG-leden weten wat er speelt en leeft binnen de vestigingen en wie er onderzoek doen. Een goede samenwerking is dus essentieel.”
Onderzoekslijn in inductieprogramma
Startende collega’s krijgen een uitgebreid begeleidingstraject op het Jan Arentsz. Ook daar willen Hieke en Sam de onderzoekslijn zichtbaar maken.
Hieke: “Het is gemakkelijker bij kersverse collega’s, want je neemt ze er vanaf het begin in mee, als onderdeel van de werkwijze. Je geeft daarmee ook aan dat je de ruimte krijgt op het Jan Arentsz om verder te kijken dan alleen je vak. In een krappe arbeidsmarkt durven wij het aan om mensen die voor de klas staan ruimte te geven om zich breder te ontwikkelen.”
Sam vult aan. “We nemen dit ook al mee in de ontwikkelagenda. In Langedijk zijn ze begonnen met het bezoeken van lessen van collega-docenten. In Alkmaar gaan we dit volgend jaar ook verder uitbreiden als onderdeel van het inductieprogramma. Onder de noemer Gluren bij de Buren kijken we in eerste instantie intern, maar daarna ook extern door het bezoeken van andere scholen en het bedrijfsleven.”
Rol van de auctor: onderzoek naar kansengelijkheid
Mieke van Diepen is de auctor van de drie besturen die samen het auctoraat vormen. Het is belangrijk inzichtelijk te krijgen hoe er wordt gewerkt aan kansengelijkheid binnen de drie besturen, dit met elkaar te vergelijken en uiteindelijk te verbinden.
Hieke: “Hierbij kun je denken aan overkoepelende thema’s, zoals het uitstel van het keuzemoment, iets waar we aan werken met de Nieuwe Alkmaarse. Echter ook aan kansenongelijkheid door middel van taal, wat ook sterk gekoppeld is aan één van de belangrijke thema’s binnen JA: basisvaardigheden. Praktijkgerichte programma’s vormen de derde pijler.”
Er worden drie thema’s vastgesteld door auctor Mieke van Diepen die voor elk bestuur aanknopingspunten bieden. Deze worden aankomende donderdag gepresenteerd in de auctorale rede.
Mooi om te zien dat onderzoek niet altijd grootschalig hoeft te zijn. Ook op kleine schaal kun je tijdens de lessen dingen uitproberen en je bevindingen delen met anderen!