cijferloos werken op het jan arentsz langedijk

11 juli 2024

We hopen dat leerlingen beseffen dat ze het voor zichzelf doen en niet voor een cijfer.

Op het Jan Arentsz Langedijk is dit schooljaar een start gemaakt met cijferloos lesgeven bij de vakken beeldend en lichamelijke opvoeding. Hoe vaak vragen leerlingen niet: ‘is het voor een cijfer?’. Maar als je dan geen cijfers meer geeft, hoe weet je dan of het goed gaat? En hoe beoordeel je dat als docent? Initiatiefneemsters Daniëlle Nugter en Nanda den Hartog op in Langedijk vertellen meer.

Over Daniëlle en Nanda
Daniëlle begon 14 jaar geleden op het Jan Arentsz als docent tekenen en handvaardigheid. Tegenwoordig wordt dit beeldend 2D en 3D genoemd. Tijden veranderen!
Daniëlle is een bezige bij. Naast het lesgeven geeft ze namelijk een kunstuur, richt ze zich op werving en zit ze in meerdere werkgroepen, waaronder de nieuwe leerweg en cijferloos werken.

Nanda geeft inmiddels 26 jaar les in lichamelijke opvoeding en coacht de leerlingen met dyslexie. Sinds ze lesgeeft in studievaardigheden werkt ze veel samen met Judit Kiss: vanuit daar is het idee over cijferloos lesgeven ontstaan. “Oh, we zijn ook nog coach!”, roept Daniëlle met een grote glimlach.

Elke bovenbouw-leerling in Langedijk kiest zelf een coach. Wat is het verschil met een mentor?
Nanda: “Je hebt meer tijd voor de leerling en begeleidt ze intensiever. Als mentor heb je een groep leerlingen uit dezelfde klas, terwijl coachleerlingen in verschillende klassen zitten. Je bent dus minder bezig met de groepsdynamiek en meer met de leerlingen. Dat komt ook omdat je als coach minder leerlingen hebt en ze kiezen jou, dus is er eerder een klik.

Intensiever contact
Zes jaar geleden zijn de coaches in de bovenbouw geïntroduceerd. Zowel Daniëlle als Nanda merken een groot verschil. Nanda: “Ik heb ook contact via de app, zo had ik bijvoorbeeld gisteren een leerling met examenstress die ik even kon geruststellen. Het contact is intensiever. Dit kost tijd, maar levert ook meer op.”

Het ging wéér over cijfers
Terug naar het cijferloos lesgeven. Een idee dat is ontstaan doordat zowel de sectie beeldend als lichamelijke opvoeding in Langedijk tegelijkertijd bezig waren met de vraag om minder cijfers te geven. “Het einde van het schooljaar naderde en het ging weer over cijfers”, aldus Daniëlle. “Ik dacht erover na…moet dat nog die cijfers….en gaf dit bij René (Rootlieb, schoolleider) aan. Hij beaamde dit. We besloten er een pilot van te maken en zijn gewoon begonnen.”

Groei meten met behulp van Simulise
In Langedijk wordt er gewerkt met Simulise, een online portfolio waarin leerlingen hun groei laten zien. Daniëlle: “Voor alle leerlingen op school geldt dat ze, naast hun cijfers, ook ontwikkeling op het gebied van vaardigheden laten zien.”

Nanda vult aan: “Leerlingen hebben de ruimte om te falen en nieuwe dingen uit te proberen. We vragen hun om een inschatting te maken waar ze staan, wat ze nodig hebben om een stap verder te komen en hoe ze dat gaan laten zien? Wel binnen kaders, wij bepalen vooraf de onderwerpen waaruit ze een keuze kunnen maken.”

Doelen stellen: wat wil ik leren en hoe kom ik daar? Vervolgens aan de slag gaan en feedback vragen. Klinkt als een goede voorbereiding op het leven na de middelbare school.

Daniëlle: “Dit is de manier waarop wij groei willen meten. In hun beoordeling over zichzelf zijn leerlingen vaak strenger dan wij. Ook is het bijzonder om te zien dat deze manier van beoordelen niks afdoet aan de motivatie en wil om te werken. Dat was eerlijk gezegd wel iets waar wij bang voor waren, omdat leerlingen vaak aan ons vragen: is het voor een cijfer? Misschien dat er hooguit 2 of 3 leerlingen zijn die wel wat harder mogen werken. Het minimale halen ze echter altijd en de meeste leerlingen zitten daar ver boven. Zeker als het gaat om vaardigheden zoals creatief denken en probleemoplossend vermogen.”

Wat opvalt
Zowel Nanda als Daniëlle zien dat leerlingen ook goed leren voor toetsen waar ze geen cijfer voor krijgen.

De autonomie van leerlingen wordt vergroot door het feit dat ze keuzes hebben: in de lessen, onderwerpen en de manier waarop ze het willen doen. De betrokkenheid is groter. “Je kunt zo het lokaal uitlopen en als je terugkomt zijn ze gewoon aan het werk, ”zegt Daniëlle.

Het eerste jaar zit er bijna op en het gaat heel goed, maar natuurlijk zijn er ook aandachtspunten. Hoe ga je dit bijvoorbeeld verder ontwikkelen?

Nanda: “We willen het cijferloos werken komend schooljaar nog steviger neerzetten en hopen dat andere vakken hierdoor ook zullen aansluiten. We hebben het vaak over het terugbrengen van cijfers en wij zijn hier nu zover in doorgegaan dat we helemaal geen cijfers meer geven. Het gaat in principe om het kijken naar een andere manier van toetsen en lesgeven. De volgende stap is om het cijferloos werken uit te rollen naar alle praktijkvakken, hier richt je zelf je lessen in waardoor het makkelijker omschakelen is.”

Daniëlle is het hiermee eens. “Het grootste doel is dat kinderen beseffen dat ze de dingen die ze hier leren voor zichzelf doen en niet voor een cijfer. Is het echt nodig om alles met een toets te meten? Er zijn zoveel andere manieren. Het is echt een groeiproces waar we nu in zitten. Het cijferloos werken sluit aan bij het coachend lesgeven hier op school. We zien de olievlek steeds groter worden, omdat kinderen vaardigheden leren die ze ook in andere vakken kunnen gebruiken. Dat sluit steeds meer aan bij de dromen die we hier hebben.”

Wat een mooie afsluiter. Dromen die stukje bij beetje werkelijk worden. Door te proberen, te ervaren en leerlingen ruimte te geven. Dat heeft nu al zijn vruchten afgeworpen!